Wat is Ju-Jitsu

De definitie die door de Vlaamse Ju-Jitsu Federatie gebruikt wordt, luidt als volgt:

"Jujutsu is een algemene benaming van Japanse vechtkunsten waarbij de "verdediger" zich meestal ongewapend verdedigt tegen één of meerdere gewapende of ongewapende tegenstrevers, daarbij gebruik makend van bevrijdingen, worpen, klemmen, controletechnieken en slag- en stoottechnieken."


In de praktijk is het zo dat ju-jitsu dus een zeer veelzijdige krijgskunst is die in vergelijking met bijvoorbeeld het judo meer gebruik maakt van een groter arsenaal aan klemmen en slag- en stoottechnieken en in vergelijking met het karate meer met worpen, klemmen, bevrijdingen, en grondtechnieken werkt.

Het ju-jitsu blijft dus een allesomvattende krijgskunst daar waar anderen zich toespitsen op een deelgebied van onze technieken. Het ju-jitsu verschaft mensen daarom een zeer brede basis aan zelfverdedigingstechnieken die iemand toelaten zich in alle situaties te verdedigen.

 

Bron : VJJF

Ju-jitsu in België

De introductie van jiujitsu in Europa vond plaats op het einde van de 19de eeuw. Van de ene kant waren er Europeanen die lange tijd in Japan verbleven, daar de kunst bestudeerden en die dan later in hun eigen land onderwezen. Van de andere kant waren er Japanse jiujitsuleraars die als ambassadeur van hun vechtkunst over de gehele wereld trokken. In Europa werd 
jiujitsu eerst in Engeland geïntroduceerd waarna de Japanse leraars ook naar andere landen trokken om demonstraties en onderricht te geven, en er enthousiastelingen uit diverse buurlanden rondtrokken om in deze eerste scholen onderricht te krijgen.

In de beginjaren was er geen sprake van judo, maar enkel van jiujitsu. Het Kodokan jiujitsu van Jigoro Kano onderging in de loop der jaren vele wijzigingen - vooral steeds minder gevaarlijke technieken - waardoor het verder evolueerde naar een wedstrijdsport. Vanaf dan werden er ook aparte federaties opgericht. Wegens deze historische evolutie vinden we nu nog steeds vele clubs die de twee sporten naast elkaar aanbieden.

In 1902 richtte Alexander "Ito" Minne, in samenwerking met schermleraar Julien Mertens, in Brussel de eerste Belgische jiujitsu club op. Eén van zijn leerlingen was Victor Boin die in zijn latere leven eerst topsporter in verschillende disciplines was en daarna voorzitter van het Belgisch Olympisch Comité. Maurice "Okita" Minne, de jongere broer van Alexander nam enkele jaren later de club over. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog kregen Georges Ravinet en Jean-Marie Falise belangstelling voor judo en vertrokken naar Parijs om daar Japanse meesters en Franse topjudoka's te ontmoeten. Ze maakten ook kennis met Jean De Herdt, die naar België kwam om judolessen te geven aan enkele amateurs. Ravinet, Falise, Jean-Marie Egger, André Pianetti, Derouck, André Kolychkine, Ernest Callier, Darquenne, Willy Struelens, François Van Haesendonck en anderen werden de judopioniers van België.

In 1947 richtte Jean-Marie Falise de eerste club op in Marcinelle-Charleroi. In 1949 bestonden al 35 clubs en op 9 juni 1949 wordt de eerste federatie, met de naam Belgische Federale Judo en Jiujitsu Vereniging (BFJJJV) opgericht met als voorzitter Ernest Callier en Jean De Herdt als technisch directeur. Kort daarop werd een andere federatie geboren, de Belgische Amateur Judo Associatie, de BELAJA, met François Van Haesendonck als medestichter. Tokyo Hirano, 6de dan, kwam naar België en werd technisch directeur van BELAJA. Later dat jaar vond het eerste nationale kampioenschap plaats. Het Belgische judo, dat vanaf dat ogenblik over een structuur beschikte, was nu op de goede weg om te groeien. In 1951 werden de eerste zwarte gordels toegekend.

In 1954 kwam de Japanse judomeester Ichiro Abe naar België en werd technisch directeur, in de plaats van Jean De Herdt. Ichiro Abe bleef aan het hoofd staan van het Belgische judo tot 1969, het jaar waarin hij opnieuw naar Japan vertrok om een belangrijke functie uit te oefenen in het Kodokan. De BFJJJV werd op 19 oktober1959 vervangen door de Belgische Judo Bond (BJB-LBJ), waarvan Raymond Delforge tot in 1979 voorzitter was. In 1979 werd de Bond in twee delen gesplitst: een Franstalig en een Nederlandstalig deel. Zo kwamen de Ligue Francophone de judo (LFJ) en de Vlaamse judo Federatie (VJF), de enige officiële organen in België, tot stand. In deze periode nam het vrouwenjudo een hoge vlucht met de toekenning van de eerste zwarte gordels in 1953 en het eerste nationale kampioenschap in 1974.
In 1975 wordt de Belgische Ju-Jitsu Federatie (BJJF) opgericht door Frans Clessens, Margreet Schölvinck en Hugo Van Os met François Van Haesendonck als technisch directeur. Op 10 november 1988 verschijnen de statuten van de Belgische Ju-Jitsu Federatie Vlaamse Vleugel. De BJJF wordt omgevormd tot een overkoepelend orgaan van de Vlaamse en Waalse deelfederaties. 


Bronnen:
► 'Geschiedenis van het ju-jitsu' uit de cursus Initiator
Ju-jitsu
► Interview: interactief, tekst: Paul Pauwels + gesprek secretariaat VJJF

VJJF